
13 jun Ondernemerscommunities
Vele partijen willen graag in contact komen én blijven met (startende) ondernemers.
Zo heeft de Rabobank sinds kort de Rabostarterscommunity in het leven geroepen. ING heeft een samenwerking met de Zaak om zodoende klanten te laten profiteren van dit kennisnetwerk. ABN AMRO biedt wel het één en ander voor de startende ondernemer, maar beschikt, net als de ING, nog niet over een online ondernemerscommunity. De Kamer van Koophandel tracht met de community ‘Hallo’ ondernemers aan elkaar verbinden. En zo zullen er vast meer partijen zijn.
De vraag is dan ook wie kan het domein ‘ondernemer’ het beste claimen? De tweede vraag is wat mij betreft: hebben banken überhaupt kans dit domein te claimen? Eigenlijk denk ik van niet. Rabo beperkt zich tot de startende ondernemer, maar de ene ondernemer vindt zich na 4 maanden al geen starter meer, terwijl de ander na 4 jaar nog steeds vindt dat hij nog groen genoeg is. Het interessante van de Rabo community is het sterke regionale karakter, daar ligt immers ook de kracht van de 135 lokale Rabobanken.
De Rabobank heeft veel succesvolle ervaringen opgedaan met de sportcommunity Rabosport. Alleen daar is ondermeer de Rabo wielerploeg een belangrijk vliegwiel voor en daar pompt de coöperatieve bank minstens € 12 miljoen per jaar in. En de bank is zo’n beetje op ieder fietsevenement aanwezig in Nederland, het fietsdomein wordt daarom echt een Rabo-domein. Rabo heeft in het verleden geïnvesteerd in zoekmachine zoekallehuizen.nl en woonplatform Moviq en daar heeft mijns inziens de bank ervaren dat het niet meevalt een domein te kunnen claimen en heeft zich uit de twee projecten teruggetrokken. Blijkbaar zien mensen een bank toch eerder als een geldfabriek en valt het niet mee uit die hoek te komen. ING en ABN AMRO likken mogelijk nog hun wonden van de crisis, maar zullen eerdaags vast ook meer gas gaan geven in de social media hoek van de Nederlandse ondernemer. Social media is immers hip and happening. En je kunt het niet meer verkopen daar niets in te doen.
De Kamer van Koophandel lijkt een instantie die wellicht beter het domein ondernemer kan claimen. Ze staat in ieder geval door hun onafhankelijke positie boven alle partijen. Het lidmaatschap van de community is niet afhankelijk van het wel of niet hebben van een zakelijke rekening, zoals bij de banken het geval is. Of de Nederlandse ondernemer zich wil aansluiten bij de community van de Kamer van Koophandel is ook hier de vraag. ‘Hallo’ beperkt zich in ieder geval niet tot de starter en dat is slim.
Is het niet handiger, en veel goedkoper, om mee te varen op de golven van LinkedIn? Groepen zijn snel aangemaakt en partijen kunnen actief discussies starten en op deze wijze hun positie pakken. Bovendien hebben LinkedInners al hun bestaande netwerk en is het profiel al aangemaakt. Dus niet een password aanmaken, foto uploaden en opnieuw beginnen met het opbouwen van je netwerk. Een bank als de Rabobank had in mijn optiek LinkedIn op zijn minst als proeftuin moeten gebruiken. Want vele lokale Rabobanken zijn hartstikke actief op het gebied van ondernemersactiviteiten en actieve LinkedInners van de bank kunnen eenvoudig, maar vooral goedkoop, de lokale activiteiten aanjagen. Ondernemersavondjes en andere netwerkbijeenkomsten zijn soepel en eenvoudig aan te jagen via de gratis kanalen zoals Twitter en LinkedIn. Ook wat betreft het delen van kennis en kunde kan de bank via dezelfde kanalen een voortrekkersrol vervullen. De laatste vraag is dan ook of er is nagedacht over een exit-strategie. Stel dat het toch allemaal tegenvalt en de stekker gaat er vroeg of laat uit, wat dan?
Een domein claimen zoals Unox het domein ‘winter’ heeft afgebakend en Voetbal International het domein ‘voetbal’ heeft gekaapt is een lange en zeer kostbare weg. Ik vraag me af of misschien wel de meest voor de hand liggende partij, de Kamer van Koophandel, een vooraanstaande positie moet innemen in ondernemersland. Echt lekker voelt deze instantie nou ook weer niet. Misschien moeten banken juist blijven in de hoek waar de klant ze het blijkbaar het liefste zien, die van financiële dienstverlener. En zorgen dat zij daar het beste in worden. Of zie ik het verkeerd?