
20 jun Milieubesef in elke schakel
Waar mensen leven en werken, komt CO2 in de atmosfeer. Door de toenemende concentratie van CO2 verandert het klimaat. De papier- en drukwerkindustrie voelt zich medeverantwoordelijk voor het tegengaan van de klimaatverandering. Op verschillende plaatsen in de keten wordt hard gewerkt om duurzaam te ondernemen. Toch wordt vaak nog met de beschuldigende vinger gewezen naar de branche. Tijd om de feiten eens op een rijtje te zetten, vond EMIP, het European Mail Industry Platform.
Hout-en papierproductie
Hout- en papierproductie zou ten koste gaan van de bossen. Dat gaat zeker voor Europa niet op. Houtproductie vindt vooral plaats in de vorm van productiebossen. Juist in de groei slaan bomen CO2 op. De totale oppervlakte aan bossen in Europa is fors gestegen, sinds 1950 met circa 30 procent. Bijna 40 procent van Europa is bedekt met bomen. Bovendien zijn de bossen van vandaag veel gezonder dan vroeger en zijn er speciale programma’s om de biodiversiteit van de bossen te beschermen.
Hergebruik stijgt
Ongeveer de helft van de grondstoffen van papier bestaat uit nieuwe vezels, maar daarvan is een groot deel afvalhout. Het mooie hout wordt gebruikt om meubels en andere dingen van te maken. Een andere bron van nieuwe vezels is hout van bomen die zijn gekapt om bossen uit te dunnen en zo gezond te houden. De andere helft van de grondstoffen bestaat uit oud papier. De afgelopen jaren is de papierindustrie steeds meer oud papier gaan gebruiken. In heel Europa wordt nu meer dan 65 procent van het papier en karton opnieuw gebruikt, en dit percentage stijgt. De papierindustrie heeft ook op het gebied van energiegebruik flinke stappen gezet. Volgens de Europese brancheorganisatie CEPI is het energieverbruik van de pulp- en papiermolens met meer dan 30 procent gedaald en is meer dan 55 procent van de gebruikte energie afkomstig van klimaatneutrale biomassa. Dit is meer dan in welke andere bedrijfstak ook.
Targeting voorkomt verspilling
De volgende schakel wordt gevormd door de direct marketing bedrijven. Zij proberen met een minimale verspilling optimaal het publiek te bereiken. Om een maximale respons te bereiken, gebruiken ze goede en actuele adressenbestanden. Ze hebben er niets aan als brochures, magazines en ander drukwerk op de mat komen bij mensen die er toch niets mee doen. Deze ‘targeting’ is inmiddels een wetenschap op zich geworden. Onderzoek leert dat 70 tot 80 procent van alle direct mail wordt geopend, afhankelijk van het land. De bijdrage van direct mail aan de oudpapierberg is gering; slechts 1 procent. Bovendien wordt in Europa gemiddeld 90 procent van het papier van direct marketing campagnes gerecycled. Moderne drukkerijen werken veel milieuvriendelijker dan die uit het verleden. Dankzij nieuwe technologieën kunnen ze voor elke oplage, groot of klein, een passende drukmethode gebruiken. Het gaat hen niet om zoveel mogelijk drukwerk, maar om optimaal tegemoet te komen aan de wensen van hun klanten. De afgelopen jaren zijn er goede resultaten behaald met milieuvriendelijke inkten die zijn gebaseerd op plantaardige grondstoffen, zoals maïs-, lijnzaad- en sojaolie. Schadelijke stoffen, zoals tolueen, worden steeds vaker vrijwel volledig afgevangen. Brancheorganisaties –in Nederland Koninklijke KVGO – werken in Europees verband samen om de CO2-voetafdruk van de sector te verkleinen.
Brandstofbesparing
In de meeste gevallen levert de postbode het drukwerk af bij de consument of het bedrijf waar de afzender het wil hebben. Postbedrijven hebben de afgelopen jaren flinke bedragen geïnvesteerd om milieuvriendelijker te werken. Een bedrijf als TNT bijvoorbeeld, heeft een speciaal programma ontwikkeld om mensen bewust te maken van de klimaatverandering en CO2-emissies te reduceren: Planet Me. TNT wil met dit programma de milieueffecten van het eigen bedrijf reduceren en tegelijk de financiële prestaties verbeteren door brandstofbesparing. De bedrijven in de papiercommunicatie dragen bij aan het welzijn van bedrijven en consumenten door hen te informeren over producten en diensten. De bedrijfstak biedt werk aan bijna 7 miljoen Europeanen. Tegelijk investeren de bedrijven miljoenen in verbetering van processen, vermindering van afval en reductie van CO2-uitstoot. Ze nemen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en zetten zich ieder op hun eigen manier in voor een beter milieu.
Meer informatie: www.emip.eu.
Hout- en papierindustrie helpt bij terugdring en broeikaseffect
De bosbouw en aanverwante bedrijfstakken kunnen een rol spelen om klimaatverandering tegen te gaan door het gebruik van grondstoffen te optimaliseren, efficiënt te werken en bio-energie te genereren. De hout- en papierindustrie verbruikt weliswaar veel energie, maar ze voorziet ook voor meer dan 50 procent in haar eigen energiebehoefte, vooral door gebruik van biomassa. Volgens Neil Hirst, directeur energietechnologie bij het Internationaal Energieagentschap, kan de bosbouw een netto energieleverancier worden. Daarnaast zijn hout- en papierproducten opslagplaatsen van CO2. Daarmee vormen ze een belangrijk instrument om CO2 uit de atmosfeer te houden. Doordat heel veel hout en papier wordt hergebruikt, komt de opgeslagen CO2 ook niet terug in de atmosfeer. De bedrijfstak is vastbesloten om zuiniger met energie om te gaan en nog meer gebruik te maken van duurzame energie, aldus Teresa Presas, voorzitter van de International Council of Forest and Paper Associations. Houtvezels uit duurzaam geteelde bossen kunnen volgens haar een belangrijke bijdrage leveren aan een schone energievoorziening.
Bron: website Food and Agriculture Organization (FAO) van de Verenigde Naties.
Be green and tell
Veel bedrijven zijn huiverig om hun groene prestaties breed uit te meten. Ook al hebben steeds meer ondernemingen milieubeleid ingebed in hun bedrijfsvoering, ze lopen er nog niet echt mee te koop. Volgens het wetenschappelijke tijdschrift ‘New Scientist’ kunnen ze de schroom beter van zich afwerpen, want klanten wegen in hun aankoopbeslissing steeds vaker milieuaspecten mee. En in de praktijk blijkt het milieu-imago niet altijd overeen te komen met de werkelijkheid. Zo doet Coca-Cola veel moeite om water te besparen, maar vindt de consument Pepsi even groen als de grote concurrent.
Voor LKCM spreekt aandacht voor het milieu vanzelf, zegt Jan Karstens. “Het informeren van de consument met drukwerk en ook via online uitgaven betekent een belasting voor het milieu”, erkent Jan. “Maar dat is met al het menselijk handelen het geval. Onze uitdaging is om de balans te vinden tussen informeren en duurzaamheid. Bijvoorbeeld door samen te werken met drukkers die FSC-gecertificeerde papiersoorten en bio-inkten gebruiken. Gelukkig wordt steeds meer papier hergebruikt en hebben veel papiermakers hun eigen warmtekrachtcentrale die heel efficiënt met energie omgaat. Ik wil ook voor mijn kinderen een schoon en gezond leefklimaat. Daarnaast is het dus van groot belang onze klanten ons beleid uit te leggen. Ons eigen magazine is daar het podium voor.”